Persbericht MAG - 17 november 2003

Verkeersminister en motorrijders worden genegeerd door Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De Motorrijders Actie Groep (MAG), belangenvereniging voor motorrijders, heeft in mei 2003 aan toenmalig minister De Boer vragen gesteld over de dynamische verkeersdrempel. De MAG is van mening dat de dynamische drempel gevaar oplevert omdat deze onnodige risico’s voor motorrijders met zich meebrengt. Wanneer de dynamische drempel door sensoren in het wegdek wordt geactiveerd, schieten er twee stalen balken uit het wegdek omhoog. Lichamelijk letsel of mechanische schade als gevolg van een verkeersremmer is voor de MAG onaanvaardbaar.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft het verzoek van de minister van Verkeer en Waterstaat om hun leden te informeren over de problematiek, de oplossing en mogelijke schadeclaims van motorrijders die schade oplopen door 'dynamische verkeersdrempels' naast zich neergelegd. De actiegroep weigert deze uitleg te accepteren en heeft minister Peijs om opheldering gevraagd.

Omdat de MAG constateerde dat, ondanks de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat, er in verschillende gemeenten over de dynamische drempel werd nagedacht vroeg de MAG bij de VNG wat zij hadden gedaan met de brief van de minister. De VNG bevestigde de MAG het volgende:

"Zoals gezegd hebben we de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat ter kennisgeving aangenomen. Gezien het feit dat het slechts om vier gemeenten gaat (waarvan alweer twee gemeenten zijn afgevallen wegens technische problemen; aldus het ANWB vaktijdschrift Verkeerskunde) en gemeenten op dit punt autonoom kunnen handelen, zien we géén rol weggelegd voor onze vereniging om alle gemeenten op de hoogte te brengen van de voor- en nadelen van dit produkt. Gemeenten hebben hun eigen verantwoordelijk voor de produkten die zij aanschaffen en op, boven of langs de weg monteren en zijn daarmee ook verantwoordelijk voor eventuele aantoonbare schade dientengevolge. Juist ten aanzien van drempels zijn gemeenten extra alert. Het is immers regelmatig onderwerp van discussie, niet alleen in de vakliteratuur maar ook bij overleggen met bewoners, actiegroepen etc. Het staat u uiteraard vrij als actiegroep om met de betreffende gemeenten contact te leggen om over deze kwestie te praten."

De MAG heeft de minister om een reactie gevraagd en erop aangedrongen dat de informatie alsnog aan de gemeenten wordt verspreid.

Sinds februari 2000 wordt de weggebruiker op een aantal plaatsen in Nederland geconfronteerd met een nieuw verschijnsel: de dynamische of elektronische verkeersdrempel. De drempel is ontworpen om geactiveerd te worden wanneer een voertuig met een te hoge snelheid de sensoren in het wegdek passeert. In dat geval schieten er twee stalen balken uit het wegdek omhoog. Er zijn (voor zover bij ons bekend) dynamische drempels geplaatst in achtereenvolgens Uithuizermeeden, Tholen, De Kiel en meest recent op Terschelling.

Vanaf de installatie van de eerste drempel in Uithuizermeeden in 2000 heeft de Motorrijders Actie Groep (MAG) haar ongerustheid kenbaar gemaakt bij fabrikant Vialis en de betrokken wegbeheerders, over de mogelijke gevolgen voor de verkeersveiligheid van motorrijders. Op 20 april 2001 is vervolgens, mede op verzoek van de MAG, een test uitgevoerd door zeer ervaren motorrijders (rij-instructeurs) bij de dynamische drempel in Tholen; deze test is uitgevoerd onder toezicht van het CROW (klik hier voor de testresultaten) .

(klik op de foto's voor een grotere weergave)

De resultaten van deze test, waaronder zichtbare schade aan de velgen, en de vergrote kans op valpartijen, hebben er toe geleid dat de fabrikant instemde met het zodanig afstellen van de drempel in Tholen dat motorrijders niet langer werden gedetecteerd. De fabrikant was echter niet bereid toe te zeggen dat die maatregel ook zou worden genomen bij de overige en eventuele toekomstige dynamische drempels. Uit eigen (niet wetenschappelijk) onderzoek is ons nadien gebleken dat een nietsvermoedende en zich aan de geldende snelheid houdende motorrijder toch geconfronteerd kan worden met de uit het wegdek schietende balken, wanneer achter de motorrijder de sensoren een auto registreren die te snel rijdt.

De MAG begrijpt de wens van wegbeheerders om op bepaalde wegen verkeersremmers aan te brengen om de verkeersveiligheid te verbeteren, maar een verkeersremmer mag naar onze mening geen onnodige risico’s voor motorrijders opleveren; lichamelijk letsel of mechanische schade als gevolg van een verkeersremmer zijn voor ons onaanvaardbaar.

Ondanks onze betrokkenheid sinds de plaatsing van de eerste dynamische drempel en ondanks het bekend maken van onze bezwaren bij zowel de fabrikant als de betrokken wegbeheerders, heeft dit tot op heden niet geleid tot verbeteringen van de verkeersveiligheid voor motorrijders of tot een eisenpakket waaraan de dynamische drempel zou moeten voldoen. De MAG begrijpt dat lokale wegbeheerders tot op zekere hoogte autonoom te werk kunnen gaan, maar in dit specifieke geval leek ons de aandacht en inmenging van de minister van Verkeer en Waterstaat op zijn plaats.

De MAG heeft de volgende vragen aan de minister gesteld in een brief van 2 april 2003:

  • Is de dynamische drempel naar uw mening een wettelijk toegestane verkeersremmer?

  • Bent u met de MAG van mening dat een dergelijk mechanisme door een onafhankelijke instantie uitgebreid dient te worden getest en goedgekeurd, ook voor motorfietsen, alvorens tot installatie op de openbare weg wordt overgegaan?

  • Bent u met de MAG van mening dat de plaatsing van dynamische drempels met onmiddelijke ingang dient te worden stopgezet, in afwachting van een goedkeuring?

Op 13 mei 2003 heeft minister Roelf de Boer van Verkeer en Waterstaat het volgende antwoord gegeven:

Naar aanleiding van uw brief van 2 april 2003 waarin u de door motorrijders ervaren problemen met dynamische verkeersdrempels aankaart, deel ik u het volgende mede.

In het bij uw brief gevoegde memorandum van het CROW staat al dat het de wegbeheerder is toegestaan de vlotte doorgang over de weg voor sommige verkeersdeelnemers te verminderen ten gunste van de veiligheid voor andere verkeersdeelnemers, bijvoorbeeld middels verkeersdrempels in de weg. Dat wil echter niet zeggen dat de wegbeheerder een vrijbrief heeft hoe hij die verkeersdrempels uitvoert. Artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat het een ieder is verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden verhinderd. Het verbod richt zich ook tot de wegbeheerder en omvat ook de inrichting van de weg. Door het onzorgvuldig afstellen van de verkeersdrempel ten koste van motorrijders overtreedt de wegbeheerder het verbod. Uit de brief en het memorandum blijkt dat middels afstelling het probleem kan worden verholpen.

 

Gezien artikel 5 en de mogelijkheid tot afstelling van de betrokken verkeersdrempels, concludeer ik dat:

  1. de dynamische verkeersdrempel wettelijk is toegestaan;

  2. de drempel zodanig moet worden ingesteld dat aan de in artikel 5 genoemde minder en/of gevaar wordt voorkomen;
    Het lijkt mij niet automatisch noodzakelijk de drempel te testen en goed te laten keuren door een onafhankelijk instantie, zoals door de MAG wordt bepleit; 

  3. gezien het bovenstaande hoeft plaatsing dus niet, zoals door de MAG bepleit, met onmiddellijke ingang te worden stopgezet.

Dat neemt niet weg dat het door de MAG gesignaleerde probleem reëel is. Ik zeg u dan ook toe dat ik de Vereniging Nederlandse Gemeenten door middel van een brief zal vragen hun leden:

  1. attent te maken op dit probleem;

  2. te informeren over de oplossing voor dit probleem ( het op de juiste wijze afstellen van de sensoren);

  3. erover te informeren dat zij in overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 zijn als zij een voor motorrijders onveilige situatie op hun wegennet creëren.

    Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd. 

    Hoogachtend,

    DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    Roelf H. de Boer

 

Vervolgens heeft de minister een brief gestuurd aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten, waarin hij nadrukkelijk wijst op het risico van schadeclaims door motorrijders, bij verkeerde afstelling van een eventueel geplaatste dynamische drempel.

 

De MAG blijft pleiten voor een totaalverbod op deze dynamische drempel en ziet de uitspraak van de minister als het begin van het einde voor de dynamische drempel.

 

Overigens hebben niet alleen motorrijders bezwaren tegen de dynamische drempel; zo zijn de drempels in Tholen en De Kiel enkele weken na ingebruikname al weer verwijderd, als gevolg van klachten van omwonenden over geluidsoverlast. De betonnen bak waarin de drempel is geplaatst werkt als 'klankkast', vooral wanneer de drempel wordt gepasseerd door vrachtauto's.

 

Aan Vereniging Nederlandse Gemeenten

Postbus 30435

2500 GK DEN HAAG

 

13 mei 2003

 

Onderwerp: Dynamische verkeersdrempels en motorrijders

 

Onlangs ontving ik van de Motorrijders Actie Groep (MAG) de in kopie bijgaande brief over de gevaren voor motorrijders die de door sommige van uw leden toegepaste dynamische verkeersdrempels in zich dragen.

Uit het eveneens in kopie meegezonden memorandum van het CROW blijkt dat door middel van een juiste afstelling het genoemde probleem kan worden voorkomen. Middels deze brief verzoek ik u uw leden:

  • te informeren over de problematiek die zich met het gebruik van dynamische verkeersdrempels voor motorrijders voor kan doen;

  • te informeren over de oplossing voor het gesignaleerde probleem door een juiste afstelling van de dynamische drempel;

  • erop te wijzen dat zij ingevolge artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 in overtreding zijn als zij een dynamische verkeersdrempel op een zodanige manier installeren dat daarmee gevaar op de weg wordt veroorzaakt en/of verkeer op de weg wordt gehinderd of verhinderd.

Gezien het bestaan van artikel 5 en de mogelijkheid tot juiste afstelling, lijkt het mij niet noodzakelijk het gebruik van dergelijke dynamische verkeersdrempels te gaan verbieden of er een test- en keuringsregime voor in te stellen.

 

De dreiging van een mogelijke wettelijke aansprakelijkheid voor materiële en immateriële schade als gevolg van een niet goed afgestelde drempel lijkt mij vooralsnog voldoende om uw leden ervan te overtuigen dat een juiste afstelling van dergelijke drempels noodzakelijk is.

 

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, 

Roelf H. de Boer

 

  

De test werd uitgevoerd op 20 april 2001. Aanwezig bij de test waren: MAG, KNMV, gemeente Tholen, politie, de fabrikant, het CROW en Bridgestone. De politie was erbij om de snelheid te regelen en om de straat af te zetten teneinde de veiligheid ter plaatste veilig te stellen. Voor de test werden de volgende motoren gebruikt: Yamaha Diversion 600, Suzuki Intruder 800, Suzuki GSX 600F en een Suzuki GSF 600 Bandit. Het budget om deze motoren te huren werd beschikbaar gesteld door de fabrikant van de drempel. Het CROW heeft na afloop van de test haar bevindingen bekendgemaakt. De vragen die vooraf gesteld werden:

  • Is de bodemvrijheid van de motor voldoende om bij een geactiveerde drempel deze te kunnen passeren zonder schade op te lopen.

  • Hoe gedragen de velgen zich bij het passeren van geactiveerde drempel.

  • Idem voor het bandengedrag (bij de juiste bandenspanning).

  • Hoe gedraagt de motor zich bij het remmend passeren van de geactiveerde drempel.

  • Hoe is de detectie van de motor.

De bevindingen van het CROW zijn als volgt:

  • De bodemvrijheid is voldoend, voor rijdend passeren, ook met duopassagier. Het wordt vanuit de motorrijders wenselijk geacht de drempel zeker niet hoger te laten zijn dan de nu gemeten 5,5 cm, en bij voorkeur iets lager. De huidige constructie wordt passeerbaar geacht op dit punt.

  • De motoren kunnen zonder problemen voor de velgen de geactiveerde drempel rijdend passeren. Ook met twee personen.

  • Ook ten aanzien van de banden (ook lage) zijn er bij rijdende passages geen problemen. De aanwezige vertegenwoordiger van de firma Bridgestone tekent hierbij aan dat de banddikte tussen velg en rijweg steeds meer dan ca. 4 cm zal bedragen in normale toestand.

  • Passage van de motor in remmende toestand over de geactiveerde drempel blijkt tot schade te leiden aan de velgen. De testrijders tekenen hierbij aan dat wanneer dit remmen bij wat hogere snelheden (60 km/u of meer) plaatsvindt en ook tijdens de passage van de geactiveerde drempel de remmen aangetrokken blijven, de kans toeneemt dat de (minder ervaren) motorrijder onderuit zal vallen.

  • De motor wordt steeds gedetecteerd. Ook nog op maximaal 5 cm naast de lus. Wanneer de motorrijder duidelijk meer dan 80 km/u rijdt en blijft rijden zal de drempel direct na de passage zijn hoogste punt hebben bereikt, gegeven de gehanteerde lusafstand. De detectie kan ook zo worden ingesteld, dat deze de motorrijder niet detecteert.

Een niet geactiveerde drempel geeft dus geen problemen. Gelet op de situatie in Tholen werd besloten daar de detectie zo in te stellen dat de motorrijder niet wordt gedetecteerd.