Nieuwe geluidsmeting

Iedereen weet inmiddels dat de politie heeft aangekondigd op grotere schaal te gaan controleren op de decibels die wij als motorrijders produceren. Om deze geluidsmetingen effectiever en vooral nauwkeuriger te laten verlopen is er nieuwe apparatuur ontwikkeld die al geruime tijd is gedemonstreerd tijdens motorbeurzen zoals de MotoRAI, waar je op vrijwillige basis, en zonder de kans op een boete, je motorgeluid kon laten meten. Eerst even de theorie. De sterkte van geluid wordt uitgedrukt in decibel (dB). Het menselijk gehoor neemt midden- en hoge tonen beter waar dan lage en zeer hoge tonen van eenzelfde sterkte. Deze selectieve gevoeligheid van het gehoor wordt gecorrigeerd door het toepassen van een zogenaamd ‘A-filter' in de meetapparatuur. De geluidssterkte wordt dan uitgedrukt in dB(A). Omdat de luchttrillingen bij harde geluiden vele miljoenen malen heviger zijn dan bij zachte, is de decibel een logaritmische verhoudingswaarde in plaats van een rechtlijnige maat. Je mag twee waarden dus niet zomaar bij elkaar optellen. Twee motoren met een geluidsniveau van 80 dB(A) produceren gezamenlijk geen 160 dB(A), maar 83 dB(A). Een verdubbeling van geluid levert 3 dB(A) meer. Dat betekent dus ook dat een motor die 80 decibel mag produceren, maar er in werkelijkheid 83 produceert, eigenlijk het geluid van twee van die motoren voortbrengt.

Bij de ‘oude' meetmethode wordt het toerental van de motorfiets handmatig geregistreerd. Bij de tweede en nieuwste methode wordt electronisch het toerental gemeten. Bij de nieuwe meetmethode wordt er een microfoon geplaatst op een afstand van 50 cm van de uitlaatmond, onder een hoek van 45 graden, met een toegestane maximale afwijking van 10 graden. Vervolgens wordt er een sensor geplaatst naast de motorfiets, die in staat is de electrische pulsen van de bobine op te vangen en op die manier het toerental van de motor kan registreren. Voor ieder motortype is een toerental vastgesteld waarop moet worden gemeten en voor ieder type geldt een andere geluidsnorm. Het toerental wordt ingetoetst op de draagbare computer en vervolgens wordt het gas van de motorfiets drie keer achtereen zover opengedraaid tot de computer aangeeft dat het juiste toerental is bereikt. Op de schematische tekeningen zie je de exacte meetopstelling voor motoren met 1 en met 2 uitlaten.

motor met een uitlaat
motor met twee uitlaten

Van de drie metingen wordt de hoogste waarde naar boven afgerond en dat is de definitieve metingsuitslag. Tegelijk met de meting van de motor wordt ook het omgevingsgeluid gemeten en er moet minimaal 10 dB(A) verschil zitten tussen het omgevingsgeluid en het motorgeluid. Heb je bijvoorbeeld een omgevingsgeluid van 84 dB(A) door voorbijkomend verkeer en produceert je motor 92 dB(A) - een verschil van 8 dB(A) - dan is de meting ongeldig. De grotere politieregio's hebben de computerapparatuur inmiddels in huis en zijn vaak bereid om je motor vrijblijvend te testen. Even een telefoontje naar de lokale Hermandad plegen en je weet of dat ook bij mogelijk is. Over de marges wordt momenteel nog discussie gevoerd. De politiek voelt voor een marge van 2 db, maar het Politie Instituut voor Verkeer en Milieu (PIVM) pleit voor een marge van 5dB, vooral om er geen heksenjacht van te maken. Bij een overschrijding van 10 dB ben je echter al snel je kenteken kwijt.

De geldende geluidsnormen voor motoren t/m 1996 kun je vinden op de geluidsnormen pagina.